Het Louteringsmeer

0
96
Lichtblauw blokje

We hadden onze lichtgewicht tourtandem nog niet zo lang, toen we besloten in een aantal dagen het IJsselmeer rond te fietsen. Het was een jaar waarin het fietspad over de Afsluitdijk nog open was. En zo’n jaar waarin corona en de oorlog in Oekraïne nog niet bestonden. Het beginpunt van onze tocht was tevens het eindpunt. Hier hadden we de auto geparkeerd en waren we op weg gegaan. Elke dag werd onze bagage vooruit gebracht naar het volgende hotel. En fietsten wij er achteraan.

Op één van die dagen fietsten we van Volendam naar Medemblik. Een route van zo’n 76 kilometer. Zo lang en ver hadden we nog niet eerder gefietst. We waren gewend aan een kilometer of 45, meer niet. ’s Ochtends liepen we nerveus het Volendamse hotel uit. Nu kwam het erop aan. We klauwden even onze handen in elkaar om onszelf en de ander moed in te spreken. En stapten op.

De weg was eindeloos. De zon was eindeloos. Het water was eindeloos. Het was meer dan ik hebben kon. Het was pijn. Het was oud verdriet en nieuw zeer. Ik doorleefde het allemaal weer opnieuw. Gebeurtenissen, voorvallen, trauma’s. Er was niets in mijn lichaam of geest dat geen pijn meer deed. Het waren verder alleen maar benen die rondjes draaiden op trappers. Totdat er ineens iets gebeurde. Ik brak door iets heen. De pijn viel weg. Mijn lichaam was niet langer begrensd en ik kon voor altijd blijven fietsen. Mijn hoofd was leeg, mijn hart open. Eeuwig in het moment.

Toen we in Medemblik aankwamen, voelde ik me gezuiverd. We huilden allebei. ’s Avonds bracht de serveerster van het restaurant in het hotel ons een bord vol verrukkelijke witte asperges met ham en aardappelen. We voelden ons vrij en vervuld. Het was één van die mooiste dagen.

Foto van Marloes bij tandemtocht rond het IJsselmeer