We zouden eigenlijk in Las Vegas trouwen. In de Tunnel of Love; je rijdt er op een dikke, vette Harley in en je komt er getrouwd uit. Mijn partner zou een opzichtige Stetson op zijn hoofd dragen en ik zou zijdelings achterop zitten in een veel te kort rokje en met cowboylaarsjes aan. Een kitscherige namaak Elvis zou voor veel te veel geld een liedje zingen, terwijl mijn moeder -zijn grootste fan- het geheel via een livestream zou kunnen volgen. Helaas liep het anders, want één of ander virus pakte zijn momentje.
We trouwden dus op een dinsdagochtend om 9.00 uur in een fantasieloos vergaderzaaltje van het plaatselijke gemeentehuis. Er waren alleen de trouwambtenaar en twee ons onbekende medewerkers van de gemeente als getuigen bij. Niemand anders, maar dat was in Vegas ook niet zo geweest. Om toch een beetje in de sfeer te blijven had ik witte cowboylaarsjes aan, met over-the-top metalen accenten.
Vanochtend kreeg ik, naast een prachtig boeket, een ragfijn gouden kettinkje kado. Het hangertje dat eraan zit, symboliseert één van de meest troostende en liefdevolle zinnen die we in de afgelopen jaren tegen elkaar hebben gezegd als de ander het even moeilijk had, of het wel even kon gebruiken. Het is een klein gouden hartje in een iets groter hartje.
Lieve schat, mijn hart past om je heen.