Alleen voor vandaag

0
24
Paars blokje

In de stoel bij de kapper doe ik mijn ogen dicht. Mijn CI’s liggen op het plankje voor de spiegel. De kapster staat achter me en smeert met een dikke, brede kwast de kleurspoeling in mijn haar. Af en toe huiver ik inwendig. Het is een koud goedje. De kapster is niet onder de indruk van mijn doofblind zijn. Door de jaren heen hebben we samen een fijn ritueel ontwikkeld waarbij horen en zien van mijn kant niet nodig zijn. Als ze zo klaar is met verven, zal ze een kopje groene thee voor me op het plankje zetten. Als het ijskoude spul voldoende is ingetrokken, zal ze haar hand op mijn schouder leggen ten teken dat ze er weer is. Dan zal ze me aan haar linker elleboog naar de wasbakken leiden. Tot slot volgt er nog een knipbeurt.

Ik ben moe. Af en toe glijd ik weg, die wereld in tussen waken en slapen. Ik daal een steile, stenen trap af. Ik houd me stevig vast aan de metalen reling, die aan de rotswand vastgeklonken zit. Voor me loopt een vrouw, die mij leidt. Mijn moeder? Ze lijkt er niet op, maar de vrouw geeft me wel een soort moedergevoel. Samen dalen we af, steeds dieper en dieper. Een bestemming lijkt niet in zicht. Het gaat om het afdalen zelf.

Het dagelijkse leven met mijn lichaam komt me momenteel soms pittig tegemoet, zeker als ik niet goed slaap. Mijn Ci’s geven een schel, scherp geluid. Het restje zicht veroorzaakt chronische pijn door lichthinder, ook als er feitelijk geen licht is. De overgangsklachten zijn onmiskenbaar aanwezig en schoppen de hormoonhuishouding in de war. Maar wat ik vooral als de druppel ervaar, zijn mijn geleidelijk uitgevallen evenwichtsorganen. Ik ben voortdurend bezig mezelf letterlijk overeind te houden. Mezelf te stabiliseren. Ik wankel en wiebel. Onder het lopen stop ik regelmatig om even bij te komen en adem te halen. En als ik slecht heb geslapen, worden alle opgenoemde aspecten erger. Ik wil natuurlijk niet overkomen als slachtoffer, maar het dagelijkse leven is feitelijk zoals het is. Dit is het. Het is niet anders en het is veel.

Vorig jaar lente testte ik vier weken lang de Balance Belt uit. Een riem, ontwikkeld in het universitair ziekenhuis van Maastricht, die me zou helpen stabiel(er) te lopen. Helaas deed de riem mij persoonlijk niet veel. Te weinig om hem aan te schaffen.

De kapster heeft de thee voor me neergezet. Ik dompel het theezakje onder, terwijl ik naar een koekje of stukje nougat tast, maar vind alleen een suikerzakje en een lepeltje. Ik drink mijn thee, met kleine slokjes en met mijn ogen nog steeds gesloten. Dan herinner ik me ineens een citaat, dat ik ooit ergens las. “Je hoeft alleen maar goed voor vandaag te zorgen.” Ik denk dat me dat wel gaat lukken.