Ik ben één van de weinige Ushers die niet meedoet aan Running Blind. Want ik ben één van de weinige slechtziende mensen die niet van hardlopen houden. Althans, ik denk wel eens dat ik de enige ben. Want Running Blind is overal. In elk audiomagazine, in elke digitale nieuwsbrief, iedereen heeft het erover. Zo zat ik ooit eens ergens in een wachtkamer. Er kwam geheel toevallig een blinde man de ruimte binnen. Toen hij eenmaal door had dat ik ook niet bar veel zie, was zijn eerste vraag of ik al bij Running Blind zat. Ik ontkende en er volgde een verhaal over dat ik er ook echt bij moest. Want hij vond het geweldig en had er heel veel aan. Dat geloof ik oprecht. Running Blind zal de blinde en slechtziende deelnemers ongetwijfeld veel geven. Maar ik houd gewoon niet van hardlopen. Dat kan. Echt. Ik zei hem dat ik liever ergens óp zit. “Ergens op?” vroeg hij niet-begrijpend. “Ja, op een paard, op een tandemfiets, op een stoel voor mijn schrijftafel…” En nu kan ik er nog eentje aan het rijtje toevoegen: op het bankje van een roeiboot. Niet Running Blind, maar Rowing Blind.
Het is een prachtige, warme herfstdag als we voor het eerst bij elkaar komen bij studentenroeivereniging Triton in Utrecht. Ik maak kennis met mijn ziende roeimaatje en begeleider. Ik had om een kordate dame met goed verstaanbare stem gevraagd. En die heb ik gekregen. We kunnen het gelijk goed met elkaar vinden. Ze is prettig verstaanbaar, intelligent, goedgehumeurd en bovendien tovert ze binnen mum van tijd mijn Cochleaire Implantaten (CI’s) in waterdichte exemplaren door ze in hun aquakits te bevestigen. Iets dat een secuur werkje is; de hele CI-processor dient ontmanteld te worden. Maar ze doet het gewoon. Zonder zich merkbaar geïntimideerd te voelen door mijn dubbele beperking en alle bijbehorende gear. Terwijl ze daarmee bezig is, weet ik al dat het een fijne middag gaat worden. Want alles valt of staat met hoe gewoon iemand met mijn aandoening omgaat. Het voordeel van een jongere begeleider is ook dat ik door haar minder snel als een kind wordt gezien. Een beeld waarmee ik als mens met beperking al snel te maken krijg. Bij mijn roeimaatje voel ik me echter al snel one of the guys. En wat ook zo fijn is; ze blijft de hele middag bij me en begeleidt me overal naartoe. Ik kan mijn energie hierdoor echt op het roeien richten.
Als we na het droogoefenen op het roeiapparaat en in “de bak” (een vastliggend model van een boot) later in de middag voor het eerst in de echte boot stappen, voel ik het plezier door mijn lichaam tintelen. Ik zit helemaal achteraan in de lange, smalle boot, het dichtste bij de stuurvrouw. Dat lijkt voor mij vooraan, maar we zitten natuurlijk omgedraaid. Achterin dus. Voor me zit mijn roeimaatje. Daarvoor weer een blinde dame en tot slot háár roeimaatje. De zon schijnt, het is aangenaam zacht voor de tijd van het jaar. Een licht briesje betast mijn huid. De bomen aan weerszijden van het kanaal staan nog vol in het blad; ik zie de vage, donkere vlekken afsteken tegen de lucht. Mijn roeimaatje en ik pakken het gelijk fanatiek op. We houden beide niet van half werk. Zij hanteert de roeiriem aan stuurboord, ik die aan bakboord. Samen zijn we een team. Omdat zij ervaren is en voor me zit, tegengesteld aan de roeirichting, kan ze goed op me letten en aanpassen waar nodig. Het gaat al heel goed, zo voor een eerste keer. De boot maakt al wat vaart. Uiteindelijk is het natuurlijk de bedoeling dat we met z’n vieren tegelijk roeien. Tijdens onze rustmomenten, terwijl de andere twee vrouwen aan het roeien zijn, babbelen we er samen vrolijk op los. Het verstaan gaat super. Iets dat destijds met mijn hoortoestellen echt niet zou zijn gelukt. Bovendien zorgen de aquakits er ook voor dat ik veel minder last heb van het suizen van de wind in de microfoons. Dat kan namelijk een oorverdovend geluid zijn. Het roeien is fijn tactiel; het goed aanvoelen van de roeiriem in mijn handen, het wateroppervlak en de bewegingen van de boot, is iets dat ik zal kunnen. En waar de boot heen gaat, hoef ik niet te zien. Net zo min als op mijn tourtandem. Bovendien geeft op het water zijn in een motorloze, lage, stabiele boot als deze me een vrij gevoel. Ik draai mijn hoofd richting de zon en voel me op en top gelukkig. Alles is zoals het zou moeten zijn.