Eternal Flame

0
50
Paars blokje

Het was een groot huis, ergens in Amersfoort. Alle kinderen uit onze middelbare schoolklas pasten makkelijk in de woonkamer. Meubels waren aan de kant geschoven. Op de tafel stonden grote bakken met chips en flessen cola. Er werd gelachen en gedanst. Het leek erop dat iedereen op het feest het naar zijn zin had. Zelf voelde ik me heel ongemakkelijk. Een buitenstaander. Ik was niet zoals zij. Ik was anders. De muziek stond zo hard dat ik geen enkel gesprek kon volgen, laat staan dat ik eraan deel kon nemen. Ik stond er maar een beetje bij. Ik voelde me eenzaam. Een soort onbewoonbaar eilandje in een zee vol leven. Op een gegeven moment ging ik maar achter de bank zitten. Daar zat ik te wachten tot mijn ouders me weer op zouden halen. Dat zou helaas nog wel even duren. Mijn ouders hadden mij alle tijd gegund. Maar die tijd ging zo langzaam.

“Wil je met mij dansen?” schreeuwde hij in mijn hoortoestel.
“Wat?” Ik hoorde het vast niet goed.
“Wil je met mij dansen?” vroeg hij nog een keer.
Het was Niels. Hij behoorde tot de leukste jongens van de klas. Hij was best populair zels. En hij wilde met mij dansen? Mijn hart maakte een sprongetje. Ik had al een tijdje jaloers naar het schuifelen en slijpen staan kijken. Ik wilde ook wel. Maar ik werd natuurlijk niet gevraagd. Ik was anders. En nu vroeg hij me ten dans? Ik knikte gauw, voordat hij zich zou bedenken.

Ik stond op en liep met hem naar de geïmproviseerde dansvloer. Er werd een slow nummer gestart. Het was dat waanzinnige liedje van de Bangles. Ik zong de tekst in mijn hoofd mee. Ik was gewoon aan het slowen met een jongen! Ik kon het bijna niet geloven. Dit moment maakte mijn eenzame tienerjaren eindelijk zoveel beter, zoveel mooier. Zou hij het ook leuk vinden? Zou hij ook iets voelen?
Na de dans ging het feest gewoon door zoals het daarvoor ook was gegaan. Maar in mij was wel een vuurtje ontbrandt. Ik had aandacht gekregen van een jongen. Voor het eerst had ik geschuifeld. Het was een heerlijk gevoel. I don’t wanna lose this feeling.

“Vond je het leuk” vroeg ze aan me. Het mooiste meisje van de klas. Met blonde haren en gulle lach. Ze praatte altijd heel makkelijk met iedereen, vooral met jongens. Ik had geen idee hoe ze dat deed. Maar dat iedereen haar leuk vond, stond buiten discussie.
“Ja hoor…” zei ik quasi-nonchalant terwijl ik nog nagloeide.
“Ja,”, zei ze, “ik had aan hem gevraagd of hij met jou wilde dansen. Want niemand wil dat natuurlijk met jou. Dat vond ik een beetje zielig, dus ik heb hem overgehaald. Dan kun jij het ook voor een keer ervaren. Goed hè?!’ riep ze triomfantelijk.
“Ik wilde het eigenlijk ook niet hoor!” schreeuwde hij er vlug achteraan.
Het vuurtje doofde even snel als dat het was opgelaaid.

Zo’n 20 jaar later ontving ik een e-mail. Van haar. Ze begreep eindelijk -zo schreef ze me- hoe moeilijk mijn middelbare schooltijd voor mij moest zijn geweest. Ze had het niet specifiek over haar eigen daden. Die meer hadden behelsd dan alleen het bovenstaande. Ze hield het veilig algemeen. Maar mijn pijn was nu voor haar wel een stuk inzichtelijker geworden. Ze had namelijk een doof kind gekregen. Een dochtertje.